In dit artikel besteden we aandacht aan de IB-ondernemer en zijn onderneming, met name de rechtsvormkeuze. Mogelijke rechtsvormen zijn de eenmanszaak, of een samenwerkingsverband zoals een maatschap, vennootschap onder firma (VOF) of een commanditaire vennootschap (CV). U als ondernemer kunt ook besluiten om uw onderneming in te brengen in een besloten vennootschap (BV). Kijk voor meer informatie daarover op onze pagina over het inbrengen van uw onderneming in een BV.
1. De onderneming en de IB-ondernemer
De IB-ondernemer wordt voor zijn of haar winst uit onderneming progressief belast in box 1 (inkomsten uit werk en woning). Vertrekpunt is echter het bestaan van een onderneming. Daarna moet de vraag worden beantwoord of iemand ook fiscaal ondernemer is.
1.1 De onderneming
Onder een onderneming wordt verstaan een organisatie van arbeid en kapitaal die duurzaam deelneemt aan het economisch verkeer met het oogmerk winst te behalen. De winst moet redelijkerwijze te verwachten zijn. Is er sprake van een maatschap of een vennootschap onder firma dan hoeft dat nog niet te betekenen dat er in fiscale zin sprake is van een onderneming. Het gaat erom of de feitelijke activiteiten die in de desbetreffende samenwerkingsvorm worden uitgeoefend, leiden tot de uitoefening van een onderneming.
Dit is bijvoorbeeld het geval als er ondernemersrisico wordt gelopen, waaronder een debiteurenrisico. De omzet speelt ook een rol, evenals het aantal klanten of opdrachtgevers en de omvang van de investeringen.
1.2. De ondernemer
De ondernemer is dan vervolgens de belastingplichtige voor wiens rekening een onderneming wordt gedreven en die bovendien rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen – of rechtstreeks aansprakelijk is tegenover zakelijke crediteuren voor schulden – van de onderneming.
Om in fiscale zin ondernemer voor de inkomstenbelasting te zijn, is dus vereist dat de ondernemer rechtstreeks wordt verbonden voor schulden en verbintenissen van de onderneming. Het gaat om externe aansprakelijkheid tegenover schuldeisers. Indirecte verbondenheid op grond van het huwelijksgoederenrecht of nalatenschap telt niet mee. Indien een ondernemer gehuwd is in algehele gemeenschap van goederen, is zijn echtgenote medeaansprakelijk voor ondernemingsschulden. Dit is echter een indirecte verbondenheid op grond van het huwelijksvermogensrecht zodat de echtgenote op grond hiervan niet wordt aangemerkt als ondernemer. Bij een nog niet verdeelde nalatenschap zijn de erfgenamen nog tot de onverdeelde nalatenschap gerechtigd. Zij zijn echter niet allemaal automatisch ondernemer.
Niet vereist is dat de ondernemer is verbonden voor alle zakelijke verbintenissen. Denk daarbij aan maten in een stille maatschap waar alle maten voor gelijke delen aansprakelijk zijn. Dat de aansprakelijkheid niet hoofdelijk is, is dus niet van belang. Het gaat erom dat de aansprakelijkheid niet ontbreekt of is gemaximeerd tot een bepaald bedrag.
2. Ondernemersfaciliteiten en investeringsaftrek
Is iemand fiscaal ondernemer dan kan hij – afhankelijk van het urencriterium – van de ondernemersfaciliteiten gebruikmaken. Het urencriterium betreft het besteden van ten minste 1.225 uren aan werkzaamheden voor een of meer ondernemingen waaruit de belastingplichtige als ondernemer winst geniet.
Een van de belangrijkste faciliteiten vormt de investeringsaftrek. Deze wordt overigens niet toegepast per ondernemer, maar per samenwerkingsverband. Is dus sprake van bijvoorbeeld een VOF van vier personen waarbij in totaal voor € 200.000 is geïnvesteerd, dan is het percentage van toepassing dat hoort bij een investering van € 200.000 en niet bij een investering van viermaal € 50.000. Het kan dus in dat geval mogelijk (nog) gunstiger zijn om de investeringen te spreiden over meerdere jaren.
In het gegeven voorbeeld is het verschil vrij groot: over een investering van € 50.000 is de investeringsaftrek 28% en dus € 14.000. Over een investering van € 200.000 is de investeringsaftrek in totaal maar € 14.182 (2024) en per vennoot dus slechts € 3.546. Door hier handig mee om te gaan kan dus zomaar duizenden euro’s aan belasting bespaard worden.
Een andere belangrijke faciliteit vormt de zelfstandigenaftrek. Als aan het urencriterium wordt voldaan bedraagt deze maximaal € 3.750 (2024) voor ondernemers die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt. Als starter wordt dit bedrag nog met € 2.123 verhoogt.
Tot slot nog een ander belangrijk voordeel voor de IB-ondernemer, dat betreft de mkb-winstvrijstelling. Kortgezegd houdt deze in dat 13,31% (2024) van de winst die u maakt wordt vrijgesteld van belastingheffing. De mkb-winstvrijstelling is enkel nog aftrekbaar tegen het tarief van de eerste schijf in de inkomstenbelasting, maar met dat technische deel zullen wij u verder in eerste instantie niet vervelen. Voor meer informatie kunt u uiteraard altijd vrijblijvend contact met ons opnemen.
3. Juridische aansprakelijkheid
De juridische aansprakelijkheid verschilt per rechtsvorm in de inkomstenbelasting. We beginnen met de eenmanszaak.
3.1. Eenmanszaak
Bij een eenmanszaak kunnen schuldeisers zich verhalen op het gehele vermogen van de ondernemer. Er is geen scheiding tussen privévermogen en ondernemingsvermogen. Dit is een duidelijk voorbeeld van externe en rechtstreekse verbondenheid voor ondernemingsschulden.
3.2. Vennootschap onder firma (VOF)
Bij een VOF zijn de vennoten individueel hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van de betreffende VOF. Is het vennootschappelijk vermogen ontoereikend om de schulden te voldoen, dan kunnen de schuldeisers zich verhalen op het gehele privévermogen van elke vennoot.
3.3. Maatschap
Bij een maatschap onderscheiden we stille maatschappen en openbare maatschappen.
Bij een stille maatschap wordt niet naar buiten kenbaar gemaakt dat er wordt samengewerkt. Dit komt onder meer voor in de agrarische sector. Een maat bindt in principe alleen zichzelf, tenzij hij door de andere maten is gemachtigd. Dit heeft tot gevolg dat schuldeisers zich alleen kunnen verhalen op het vermogen van de maat waarmee zij hebben gehandeld. Heeft de maat gehandeld namens meerdere maten, dan kan de schuldeiser zich verhalen op elke van de overige maten: ieder voor een gelijk deel.
Bij een openbare maatschap werken de maten samen onder een gemeenschappelijke naam ‘maatschap x’. In eerste instantie bindt de handelende maat alleen zichzelf. Wanneer een derde er echter van uit mag gaan dat de desbetreffende maat ook namens andere maten handelt, zijn ook de andere maten, ieder voor een gelijk deel, aansprakelijk.
3.4. Commanditaire vennootschap (CV)
Bij een commanditaire vennootschap onderscheiden we beherende vennoten en commanditaire vennoten. De beherende vennoot is degene die de onderneming feitelijk drijft. Hij is met zijn gehele vermogen aansprakelijk. Bij meerdere beherende vennoten zijn zij hoofdelijk aansprakelijk, zoals bij de VOF. Een commanditaire (ofwel stille) vennoot is slechts geldschieter van de onderneming. Hij is niet bevoegd tot het verrichten van beheerhandelingen en niet volledig aansprakelijk voor schulden van de commanditaire vennootschap. De schuldeisers kunnen zich alleen verhalen op het bedrag dat hij in de commanditaire vennootschap heeft ingebracht. Zijn of haar aansprakelijkheid is beperkt tot een bepaald maximum (minimaal het bedrag dat kenbaar is gemaakt in het handelsregister van de KvK) en om deze reden is de commanditaire vennoot geen echte ondernemer maar medegerechtigde en is hij uitgesloten van belangrijke ondernemersfaciliteiten zoals de zelfstandigenaftrek en investeringsaftrek.
Voorbeeld: Een CV heeft 2 beherend vennoten en commanditaire vennoot die slechts voor een bedrag van € 20.000 is verbonden. De CV heeft schulden voor een bedrag van € 100.000. Indien de beherend vennoten daarin gelijk delen, kunnen de schuldeisers hen aanspreken voor € 50.000. Ze kunnen echter ook € 20.000 op de commanditaire vennoot verhalen en op ieder van de beherend vennoten € 40.000.
4. Aangaan van een Maatschap, VOF of CV
Het aangaan van een maatschap, VOF of cv kan buiten de notaris om. Over veel onderwerpen is het echter wel verstandig om afspraken te maken en deze ook vast te leggen. De belangrijkste betreffen de navolgende:
- wie wat inbrengt;
- hoe de winst of een verlies wordt verdeeld;
- wat te doen bij ziekte of arbeidsongeschiktheid van een vennoot; en
- wat – naast opzegging – redenen kunnen zijn tot beëindiging van het samenwerkingsverband.
4.1. Fiscaal belang bij toetreding
Verder is nog van belang dat de ondernemer die een samenwerkingsverband met een toetredende maat of vennoot aangaat, zijn onderneming fiscaal gedeeltelijk staakt en gedeeltelijk herwaardeert.
Treedt een vennoot toe die voor 50% in de winst wordt gerechtigd, dan wordt de oorspronkelijke onderneming voor 50% gestaakt. En dit betekent in beginsel dat over de behaalde stakingswinst belasting zal moeten worden betaald tegen het progressieve tarief in Box 1. De stakingswinst bestaat uit het bedrag van de meerwaarde (stille reserves en goodwill) dat in het overgedragen halve ondernemingsdeel is verscholen.
4.2. Belastingheffing voorkomen
In de wet en de praktijk zijn verschillende doorschuifregelingen en inbrengmethoden ontwikkeld om zo de stakingswinst (en dus de belastingheffing) te voorkomen. Denk hierbij aan inbreng met voorbehoud van stille reserves, hoger winstaandeel voor de inbrenger of de geruisloze doorschuiving naar een medeondernemer/werknemer.
5. Overige belastingen
Voor de inkomstenbelasting bestaan de VOF, maatschap en CV niet als zelfstandige rechtsvormen. Voor andere belastingen is dat wel het geval. Zo kan een VOF, maatschap of CV gewoon personeel in dienst in hebben, evenals een eenmanszaak. De VOF, maatschap of CV krijgt dan een eigen loonbelastingnummer. Hetzelfde geldt voor de omzetbelasting; ook daar wordt de VOF, maatschap of CV wel als een zelfstandige onderneming gezien.
Het komt in de praktijk wel eens voor dat een maat of vennoot buiten het samenwerkingsverband om eigen activiteiten ontplooit. Hij zal daarvoor zelf, indien van toepassing, een omzetbelastingnummer moeten aanvragen.
6. Kleineondernemersregeling voor de btw
De kleineondernemersregeling (KOR) geldt voor eenmanszaken en voor VOF’s, maatschappen en CV’s. Voor de btw wordt de VOF, maatschap of CV als één onderneming gezien. Dit betekent dat voor de toepassing van de KOR gekeken wordt naar de btw-positie van het samenwerkingsverband als geheel. Vanaf 2020 geldt de KOR als de omzet per kalenderjaar niet meer dan € 20.000 bedraagt. De KOR werkt vanaf 2020 als een vrijstelling. Zolang de omzet niet meer dan € 20.000 bedraagt hoeft aan de klanten geen btw-factuur te worden gestuurd.
7. Einde samenwerkingsverband
Binnen een samenwerkingsverband kan een uittredende vennoot niet zo maar zijn aandeel overdragen aan een derde, maar pas na toestemming van de andere vennoten. Treedt een van de twee vennoten uit de firma dan betekent dit het einde van het samenwerkingsverband. Het einde van de samenwerking kan zijn ingegeven door opzegging, maar ook door verloop van tijd (bij een overeenkomst voor bepaalde tijd), bij een gezamenlijk besluit tot opheffing, bij overlijden, faillissement, bij het bereiken van de AOW-leeftijd of bij een bepaalde mate van arbeidsongeschiktheid. Het is belangrijk om een voortzettings- en vermogensbeding in de overeenkomst op te nemen zodat de afspraken juridisch en fiscaal goed geregeld zijn.
8. Afsluiting
Hartelijk dank voor het lezen van dit artikel. Het aangaan van een VOF, Maatschap of CV is vormvrij en kan zelfs mondeling. Om latere problemen te voorkomen verdient het echter de voorkeur om de afspraken schriftelijk vast te leggen. Neem voor hulp en/of vragen gerust eens vrijblijvend contact met ons op via onderstaand formulier.
Mogelijk wilt u ook van de privéaansprakelijkheid af, welke een dergelijke IB-onderneming met zich meebrengt. Kijk in dat geval eens op onze pagina over het inbrengen van uw onderneming in een BV.
Inhoudsopgave
Meer artikelen over dit onderwerp

De gebruikelijkloonregeling, hoe werkt dat nou precies?
De gebruikelijkloonregeling geldt voor eenieder die werkt voor een vennootschap waarin diegene of zijn/haar fiscale partner een aanmerkelijk belang heeft.

Rechtsvormkeuze voor een ondernemer in de inkomstenbelasting
In dit artikel besteden we aandacht aan de IB-ondernemer en zijn onderneming, met name de rechtsvormkeuze. Mogelijke rechtsvormen zijn de

Gelden uit BV zonder belastingheffing
De titel van dit artikel klinkt wellicht te mooi om waar te zijn, maar toch is het mogelijk om belastingvrij

Meer flexibiliteit in de BV
De naam Flex-BV is niet willekeurig gekozen, het BV-recht zou namelijk flexibeler moeten en u als ondernemer meer ruimte moeten
Neem contact op
Door het invullen van onderstaand formulier kunt u geheel vrijblijvend contact met ons opnemen. Wij zullen uw vraag dan zo snel mogelijk beantwoorden.